Toolbox Smart Mobility
Om daarbij te helpen lanceerde de provincie in april de Toolbox Smart Mobility. Deze staat vol praktijkvoorbeelden en handvatten om gemeenten en evenementenorganisaties te inspireren om bezoekers duurzamer te laten reizen. Door de nuttige inzichten vormde de aanpak van het Formule 1-weekend hiervoor het fundament. Maar er zijn meer goede voorbeelden, zoals ingezette maatregelen tijdens de Vlootdagen Den Helder en festiviteiten in de Johan Cruijff Arena. Hiervan zijn factsheets gemaakt die grote én kleine evenementen kunnen helpen.
“Door mee te werken aan het mobiliteitsplan van de Formule 1 hebben we het duurzaam reizen naar evenementen op de kaart kunnen zetten”, vertelt Neele. “Daar zijn we trots op als provincie. De aanpak past in onze duurzame ambities en kan breder worden ingezet dan de Formule 1. Dat is nodig, want de auto blijft vaak leidend. Bij sommige evenementen zijn er niet eens fietsenstallingen. Ook zou het helpen als websites eerst de schone reisadviezen – met het ov en de fiets – laten zien in plaats van opties voor de auto en de zin ‘koop hier je parkeerkaart’. Met dat soort dingen zijn we bezig. Dat kan straks betekenen dat fietsers voor de deur van een evenemententerrein parkeren en automobilisten verder weg staan en een stuk moeten lopen.”
Op de fiets
De Formule 1-aanpak bewijst dat dat geen probleem hoeft te zijn. Het grootste deel van de autogerichte doelgroep springt in het raceweekend namelijk zonder morren op de fiets, in de trein of in de bus naar Zandvoort. Neele: “Samenwerking is daarbij heel belangrijk, bijvoorbeeld met een partner als Connexxion. Racefans van over de hele wereld stappen graag in de Connexxion-bussen omdat ze dan voor het circuit kunnen uitstappen.”
In het komende raceweekend wordt ook weer alles uit de kast gehaald om bezoekers rap naar de racebaan te loodsen. Er rijdt bijvoorbeeld iedere 5 minuten een trein tussen Amsterdam Centraal en Zandvoort. Zo vervoert NS 10.000 Formule 1-bezoekers per uur. Daarnaast rijden buslijnen 300 en 356, die normaal Haarlem als eindbestemming hebben, door naar het circuit. Vanuit het mobiliteitscentrum ter plekke wordt elk uur de verkeerssituatie rondom Zandvoort gepeild. Hiervoor leveren alle samenwerkende organisaties data aan. “Verder heeft DGP contact met medewerkers bij parkeerplaatsen, fietsenstallingen en het ov”, vertelt Neele, die op het circuit onder meer nauw samenwerkt met een collega van de verkeerscentrale. “Met die informatie kunnen we groentijden van fietsverkeerslichten aanpassen.”
Intensief samenwerken
Weginspecteurs van de provincie zijn de ogen op de route. Neele: “Zij zijn bevoegd om na een ongeval of na de uitstroom de weg vrij te geven. Ook volgen ze continu wat er op onze wegen gebeurt en of de verkeerscentrale daar iets mee moet. In het raceweekend van 2023 was er een ongeval tussen een auto en een touringcar vlakbij een spoorwegovergang. Onze weginspecteur was als eerste ter plaatse en daarna kwam er binnen no-time een incidentplan op gang. Zo konden we bijvoorbeeld snel verkeerslichten aanpassen op de nieuwe route voor touringcars waar verkeersregelaars zorgden voor een veilige doorgang. Ook kon ProRail een zogenoemde aanwijzing voor het nabijgelegen spoor afgeven. Daardoor gingen treinen tijdelijk rustiger rijden. Omdat we zo intensief samenwerken, samen in een ‘hok’ zitten en iedereen meteen zijn rol pakt zie je juist op dat soort momenten wat het effect is van goed teamwork.”